blitsen
Kijk onder: de blits maken.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[missch. van Rotwelsch Blitz = nieuwe kleren, van MHDu, blic = bliksem, schittering; vgl. Du. Blitz = bliksem] (Barg.) de grote goedgeklede heer uithangen; schitteren, pronken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: