Wat is de betekenis van Blitsen?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

blitsen

Kijk onder: de blits maken.

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Blitsen

[missch. van Rotwelsch Blitz = nieuwe kleren, van MHDu, blic = bliksem, schittering; vgl. Du. Blitz = bliksem] (Barg.) de grote goedgeklede heer uithangen; schitteren, pronken.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Blitsen

(blitste, heeft geblitst), (gemeenz.) pronken.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten