Wat is de betekenis van bistro?

2024-04-30
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bistro

bistro - Zelfstandignaamwoord 1. eetcafé, petit restaurant vaak met een Frans karakter - Een bistro wordt ook wel petit restaurant genoemd. In Nederland spreekt men vaak van een eetcafé, in België en andere landen soms van een taverne. - Als wij zelf een bis...

2024-04-30
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

bistro

Een klein, in Franse gerechten gespecialiseerd restaurant. Ook wordt er vaak een klein restaurant mee bedoeld, die dan weer een Franse sfeer uitstraalt. Van origine een aanduiding voor ‘kroeg’.

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bistro

[Fr.] oorspr.: soort wijnkroeg; thans: restaurant opzettelijk in eenvoudige stijl gebouwd.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bistro

klein restaurant

2024-04-30
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Bistro

kroegbaas, tapper; kroeg(je).

2024-04-30
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

bistro

roetzwartsel.

2024-04-30
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

bistro

(Fr.) m. drankverkoper; kroeg (houder).

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)