Wat is de betekenis van bisschoppelijk?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bisschoppelijk

bisschoppelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. op het ambt van bisschop betrekking hebbend Woordherkomst Afgeleid van bisschop met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bisschoppelijk

bisschoppelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: bis-schop-pe-lijk 1. wat bij de bisschop of zijn beroep hoort ♢ deze bisschop woont in een bisschoppelijk paleis Bijvoeglijk naamwoord: bis-schop-pe-lijk de/het bissc...

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bisschoppelijk

bn., van, behorende tot, afkomstig van een bisschop: de bisschoppelijke waardigheid; een bisschoppelijke stad.

Wil je toegang tot alle 7 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bisschoppelijk

bn. (van, eigen aan, betrekking hebbende op, behorende aan of tot een bisschop): de bisschoppelijke waardigheid; het bisschoppelijk wapen.