Wat is de betekenis van Binomisch?

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Binomisch

tweedelig, tweeledig, binomium: algebraïsche vorm van twee termen.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Binomisch

bn., hetzelfde als binomiaal.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

binomisch

tweeledig (in de algebra).

2024-04-26
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Binomisch

(< binomium). Twee termen bevattend. Vb. de binomische integraal.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

binomisch

('no:mis) bn. binominaal.

2024-04-26
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Binomisch

Tweeledig, tweedeelig.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

binomisch

binomisch - tweedeelig, tweeledig;„binomium” : algebraïsche vorm van twee termen.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Binomisch

BINOMISCH, bn. (wisk.) uit twee deelen bestaande. BINST, voorz. (Zuidn.) binnen, in: binst de week verschenen.

Gerelateerde zoekopdrachten