Wat is de betekenis van bijtreden?

bijtreden - Werkwoord 1. (ov) bijvallen, zich aansluiten bij 2. tot iemand of tot iets toetreden Woordherkomst samenstelling van bij en treden

iemand bijvallen, steunen. Daarin treed ik hem bij (Dat ben ik met hem eens).

(trad bij, bijgetreden) - iemand/een mening/een standpunt bijtreden, het eens zijn met, bijvallen, delen, instemmen met, steunen. Een huisarts uit Herk-de-Stad die liever anoniem wil blijven, kan de vader voor een stuk bijtreden. - BvL, 20-03-2003.

(Iem.) bijvallen, (met iem.) instemmen, het eens zijn (met iem.); (een mening, een zienswijze enz.) delen, onderschrijven. Hij legde zich pas neer toen Iphigénie, Ismène en Cymèle mama bijtraden, iets dat hij nooit heeft kunnen begrijpen van die drie trotse kinderen, WALSCHAP 1963, 333. Het was zomaar een opmerking, die hij bi...

Dit woord wordt vooral door Zuidnederlandse puristen gesignaleerd. In de uitdrukking ‘een mening bijtreden’ beschouwen ze het als een germanisme (D. ‘bekreten’) voor ‘onderschrijven’, ‘delen’; in ‘bijtreden tot’ dient het te worden vervangen door ‘lid worden van’. In het Noord...

(trad by, is bijgetreden), (Zuidn.) meegaan, het eens zijn met zekere zienswijze.

('bij) (trad bij, is bijgetreden) tredend naderen : haastig kwam zij bijgetreden.

(trad bij, heeft bijgetreden), (gew.) het eens zijn met een bepaalde zienswijze.

...