Wat is de betekenis van bijspringen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijspringen

bijspringen - Werkwoord 1. ergatief iemand financieel uit de problemen halen Zijn ouders waren hem bijgesprongen, maar zelfs dat mocht niet baten. Woordherkomst samenstelling van bij en springen

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bijspringen

bijspringen - onregelmatig werkwoord uitspraak: bij-sprin-gen 1. iemand helpen ♢ Anke is altijd bereid om bij te springen 2. helpen door geld te geven ♢ vader Danny moet nog wel eens bijspringen...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bijspringen

v., taspringe, byspringe.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijspringen

(sprong bij, heeft en is bijgesprongen), bijna alleen fig. : (iem.) in nood of gevaar te hulp snellen, bijstaan; in ‘t bijz. : met geld helpen; (ook absol.): vader moet nogal eens bijspringen.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bijspringen

sprong bij, h. bijgesprongen (helpen inz. met geld): iem. bijspringen.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijspringen

('bij) (sprong bij, beeft bijgesprongen) 1. te hulp springen ; hij sprong hem bij. 2. snel helpen inz. met geld : ik zal moeten -. Syn. bijstaan, helpen, ondersteunen. Tgst. →: aankanten.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bijspringen

(sprong bij, heeft en is bijgesprongen), bijna alleen fig.: in nood of gevaar te hulp snellen, bijstaan; in het bijzonder: met geld helpen; ook abs.: vader moet nogal eens bijspringen.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)