bijspringen
bijspringen - Werkwoord 1. ergatief iemand financieel uit de problemen halen ♢ Zijn ouders waren hem bijgesprongen, maar zelfs dat mocht niet baten. Woordherkomst samenstelling van bij en springen
Wiktionary (2019)
bijspringen - Werkwoord 1. ergatief iemand financieel uit de problemen halen ♢ Zijn ouders waren hem bijgesprongen, maar zelfs dat mocht niet baten. Woordherkomst samenstelling van bij en springen
Muiswerk Educatief (2017)
bijspringen - onregelmatig werkwoord uitspraak: bij-sprin-gen 1. iemand helpen ♢ Anke is altijd bereid om bij te springen 2. helpen door geld te geven ♢ vader Danny moet nog wel eens bijspringen...
Van Dale Uitgevers (1950)
(sprong bij, heeft en is bijgesprongen), bijna alleen fig. : (iem.) in nood of gevaar te hulp snellen, bijstaan; in ‘t bijz. : met geld helpen; (ook absol.): vader moet nogal eens bijspringen.
Jozef Verschueren (1930)
('bij) (sprong bij, beeft bijgesprongen) 1. te hulp springen ; hij sprong hem bij. 2. snel helpen inz. met geld : ik zal moeten -. Syn. bijstaan, helpen, ondersteunen. Tgst. →: aankanten.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(sprong bij, heeft en is bijgesprongen), bijna alleen fig.: in nood of gevaar te hulp snellen, bijstaan; in het bijzonder: met geld helpen; ook abs.: vader moet nogal eens bijspringen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: