Wat is de betekenis van bijgebouw?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijgebouw

bijgebouw - Zelfstandignaamwoord 1. een gebouw dat bij een hoofdgebouw hoort Woordherkomst samenstelling van bij en gebouw

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijgebouw

o. (-en), gebouw behorende bij een hoofdgebouw waarin ondergebracht wordt wat daar niet geplaatst kan worden of niet op zijn plaats is.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bijgebouw

o. bijgebouwen (gebouw, behorende bij het hoofdgebouw; hulpgebouw).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijgebouw

(’bij) o. (-en) gebouw naast het hoofdgebouw.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bijgebouw

BIJGEBOUW, o. (-en), gebouw behoorende bij een hoofdgebouw, inz. bij fabrieken en bij de woningen in Indie, waar zij de bediendenkamers, de badkamer, de W.C. enz. bevatten.

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)