Wat is de betekenis van bijbehorend?

2025-04-28
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bijbehorend

bn., tot een hoofdzaak behorende: een bock met de bijbehorende huls.

2025-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bijbehorend

bijbehorend - Bijvoeglijk naamwoord 1. deel uitmakend van één geheel De koffiekopjes en de bijbehorende schoteltjes zijn kunstig bewerkt. Hier heeft u de nieuwe televisie met de bijbehorende handleiding. Woordherkomst samenstelling van...

2025-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bijbehorend

bijbehorend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: bij-be-ho-rend 1. wat ergens bij hoort of bij past ♢ zij kocht een tas met bijbehorende portemonnee Bijvoeglijk naamwoord: bij-be-ho-rend de/het bijbehorende ...

2025-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bijbehorend

bn. (tot een hoofdzaak behorende, als iets, dat ondergeschikt is): een smederij met bijbehorende gereedschappen.

2025-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bijbehorend

bn. bij een hoofdzaak behorend : een paard met tuig.

2025-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)