Wat is de betekenis van Biblist?

2024-05-01
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Biblist

[v. Lat. biblia = bijbel, van Gr. ta biblia = de boeken] bijbelkenner.

2024-05-01
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Biblist

bijbelkenner

2024-05-01
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Biblist

m. (-en), bijbelkenner.

2024-05-01
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

biblist

m. biblisten (bijbelkenner; theoloog, die zich met de studie van de bijbel bezighoudt).

2024-05-01
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

biblist

(bi'blist) m. (–en) bijbelkenner.

2024-05-01
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Biblist

Biblist - bij de scholastieken een bijbelkenner, later iem., die den bijbel geheel en uitsluitend tot geloofsregel neemt, een streven, dat ook wel Biblicisme* wordt genoemd.

2024-05-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Biblist

m. (-en) 1. bijbelkenner, theoloog die zich met de studie van de bijbel bezighoudt; 2. aanhanger van het biblicisme.

2024-05-01
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Biblist

Iemand die den bijbel geheel en uitsluitend tot geloofsregel neemt.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-05-01
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)