Wat is de betekenis van bezie?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bezie

bézie - Zelfstandignaamwoord 1. (fruit) (verouderd) besachtige vrucht Marjatta, Suomi's schoonste, is de rode vrucht genaderd, reikt naar haar met tengere vingers, met de fijne vingertoppen, maar kan de bezie niet beroeren, neemt een takje van de bodem, doet de bezie nedervallen. ...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bezie

v. (...ziën, ook -s), veroud., dicht, en gew. voor bes.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bezie

v. beziën (bes); spreekt. bezies.

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bezie

Bezie - ➝ Bes.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bezie

('be:zi) v. (beziën) enz. = bes enz.

2024-04-28
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bezie

BEZIE, v. (...ziën), (minder gebruikelijk dan) bes. Zie de samenstellingen met BESSEN en AALBESSEN.

2024-04-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Bezie

Bezie, v. (...ën), bes. *...ZIËN... zie de zamenstellingen met BESSEN.