Wat is de betekenis van bezaaid?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bezaaid

bezaaid - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van bezaaien bezaaid - Bijvoeglijk naamwoord 1. overdekt met Het met vuilnis bezaaide plein moest worden opgeruimd.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bezaaid

bn., (wapenk.) van een schild gezegd waarop dezelfde kleine figuur vele malen voorkomt en door de randen afgesneden wordt.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bezaaid

Bezaaid - duidt in de heraliek aan, dat kleinere figuren zóó over het veld van een wapenschild zijn verdeeld, dat eenige ervan in de randen van het schild verdwijnen; bijv. b. met blokjes (in het wapen van Nassau). ➝ Heraldiek.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bezaaid

bn. Wapenk. over de gehele oppervlakte bezet met een onbepaald aantal gelijke en gelijkvormige stukken, die aan de rand slechts gedeeltelijk op het veld staan, om daardoor de onbepaaldheid van het aantal aan te duiden: een schild van keel, met gouden blokken.

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bezaaid

Bezaaid (wapenkunde), gezegd van een veld of stuk, beladen met een onbepaald aantal figuren; daarbij is het een vereischte, dat eenige van die stukken half uit de schildranden schijnen voort te komen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bezaaid

bn., in de wapenkunde van een schild gezegd waarop dezelfde kleine figuur vele malen voorkomt en door de randen afgesneden wordt.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bezaaid

BEZAAID, bn. (wapenk.) van een schild gezegd waarop dezelfde kleine figuur vele malen voorkomt.