Bewimpelen
v., bimantelje.
Van Dale Uitgevers (1950)
(bewimpelde, heeft bewimpeld), 1. van wimpels voorzien; 2. (fig.) verbloemen, niet ronduit zeggen, verhelen: de waarheid bewimpelen; — een misslag bewimpelen, vergoelijken.
M. J. Koenen's (1937)
bewimpelde, h. bewimpeld (eig. met een sluier of doek bedekken; fig. vergoelijken, verbloemen, bemantelen): de waarheid bewimpelen, een misslag bewimpelen.
Jozef Verschueren (1930)
(bewimpelde, heeft bewimpeld) 1. van een of meer wimpels voorzien: een gebouw -. 2. verbloemen, vergoelijken: een misslag, de waarheid-. Syn. ➝ bedekken.
J.H. van Dale (1898)
BEWIMPELEN, (bewimpelde, heeft bewimpeld), van wimpels voorzien; — (fig.) verbloemen, bedekken, verhelen de waarheid bewimpelen; — een misslag bewimpelen, vergoelijken. BEWIMPELING, v. (-en).
I.M. Calisch (1864)
Bewimpelen, bw. gel. (ik bewimpelde, heb bewimpeld), van wimpels voorzien; (fig.) ontveinzen, bedekken, verhelen, vergoêlijken; de waarheid -; eenen misslag -. *...ING, v. gmv.
Jacob van Lennep (1865)
b.w. - Met wimpels voorzien. By feestelijke gelegenheden worden masten en stengen Bewimpeld. Spreekwijze: Zijn opzet bewimpelen (met bedriegelijken schijn omkleeden,) Ergends onbewimpeld voor uitkomen. (De waarheid naakt en zonder tooisel voordragen). Geen koopvaarder mag een wimpel voeren: by ontmoeting van verdachte schepen hijscht hy somtijds d...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: