beweegbaar
beweegbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet gefixeerd in een bepaalde stand of positie, flexibel Woordherkomst Naamwoord van handeling van bewegen met het achtervoegsel -baar.
Wat is de betekenis van beweegbaar?
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
beweegbaar
beweegbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-weeg-baar 1. wat bewogen kan worden ♢ er ligt een beweegbare brug over de vaart Bijvoeglijk naamwoord: be-weeg-baar ... is beweegbaarder dan ... ...
Groot woordenboek der Nederlandse taal
Van Dale Uitgevers (1950)
Beweegbaar
bn. (-der, -st), kunnende bewogen worden, in ’t bijz. van iets dat aan iets anders vastzit; — (boekdr.) beweegbare letters, losse letters. In fig. bet. thans ongewoon.
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal
M. J. Koenen's (1937)
beweegbaar
bn. (kunnende bewogen worden [inz. van iets, aan iets anders verbonden]): molens met beweegbare kap.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
J.H. van Dale (1898)
Beweegbaar
BEWEEGBAAR, bn. (-der, -st), kunnende bewogen worden; (boekdr.) beweegbare letters, losse letters. BEWEEGBAARHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten