bevreesd
bevreesd - Bijvoeglijk naamwoord 1. bang, angstig ♢ Hij was heel bevreesd voor de naderende winter.
Wiktionary (2019)
bevreesd - Bijvoeglijk naamwoord 1. bang, angstig ♢ Hij was heel bevreesd voor de naderende winter.
Muiswerk Educatief (2017)
bevreesd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-vreesd 1. wie angst voelt of zegt dat hij angst voelt ♢ wees niet bevreesd, het komt allemaal goed Bijvoeglijk naamwoord: be-vreesd ... is bevreesder dan ... ...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st, meest —) vrees hebbende : hij is bevreesd voor straf ; — bevreesd maken, vrees inboezemen.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (gevreesd hebbende; beducht; bang): bevreesd zijn voor; iemand bevreesd maken, vrees inboezemen.
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, meest -) vrees hebbend: zijn, iemand maken voor iets. Syn. ➝ angstig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: