beuzelachtig
beuzelachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. geneigd zijn tot beuzelen ♢ Hij was een beuzelachtige zeurkous die zich over allerlei onbenulligheden opwond Woordherkomst Naamwoord van handeling van beuzelen met het achtervoegsel -achtig
Wiktionary (2019)
beuzelachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. geneigd zijn tot beuzelen ♢ Hij was een beuzelachtige zeurkous die zich over allerlei onbenulligheden opwond Woordherkomst Naamwoord van handeling van beuzelen met het achtervoegsel -achtig
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. nietig, onbeduidend, kinderachtig: om een beuzelachtige reden de vriendschap afbreken; — (gew.) beuzelachtige praatjes, kletspraatjes ; 2. (gew.) leugenachtig.
J.H. van Dale (1898)
BEUZELACHTIG, bn. (-er, -st), nietig, onbeduidend, kinderachtig; om eene beuzelachtige reden de vriendschap af breken; (gew.) beuzelachtige praatjes, kletspraatjes; (gew.) leugenachtig. BEUZELACHTIGHEID, v. (...heden).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: