Wat is de betekenis van Beursbengel?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

beursbengel

(1973) (fin.) kleine, noeste belegger, die vaak veel risico’s neemt. Eigenlijk: de klok die (op werkdagen) geluid wordt wanneer de beurs in Amsterdam begint. De handelaren mogen dan naar binnen. De Beursbengel is ook de naam van een tijdschrift (over verzekeringsproducten). • "Beursbengel” Neefjes gaat met pensioen. (De Telegraaf,...

2024-04-25
Jargon & Slang van Beursspeculanten

Marc De Coster (2017)

Beursbengel

Beursbengel - klok die door gelui aangeeft wanneer de beurs gehouden wordt.

2024-04-25
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Beursbengel

Beursbengel - Luidt op werkdagen 's middags om half twee. In 1948 kreeg de Beurs* van Berlage een nieuwe bengel, omdat de oude klok door de Duitsers geroofd was. De nieuwe heeft hetzelfde gewicht (ongeveer anderhalve ton) als de oude en dezelfde klank. De klok is gegoten te Aarle-Rixtel en draagt de inscriptie: "Weer roep ik zonder dwingeland - de...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beursbengel

m. (-s), beursklok, klok die geluid wordt als de beurs begint.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beursbengel

m. beursbengels (klok, die geluid wordt, als de beurs begint).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beursbengel

m. (-s) beursklok.

2024-04-25
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Beursbengel

Beursbengel - beursklok. De bengel, of klok, die geluid wordt ten teeken dat de beurs begint.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten