Beth-Aven
(Joz. 7:2; 18:22; 1 Sam. 13:5; 14 : 23), in de nabijheid van Beth-el en Michmas. Het woord beteekent „huis der ijdelheid” d.w. z. der afgoderij. De profeet Amos gebruikt daarom dien naam als een woordspeling voor Beth-el d.i. huis Gods. In Hos. 4:15, 5:8, 10:5 wordt het in denzelfden zin voor Beth-el gebruikt.