Wat is de betekenis van beteuterd?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beteuterd

beteuterd - Bijvoeglijk naamwoord 1. teleurgesteld, verlegen, onthutst Synoniemen teleurgesteld

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beteuterd

beteuterd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-teu-terd 1. een beetje verdrietig omdat je teleurgesteld bent ♢ Paul keek beteuterd toen hij geen cadeau kreeg Bijvoeglijk naamwoord: be-teu-terd ... is beteuterder dan...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beteuterd

adj. & adv., biteutere, bitibbere, forwezen, forbouwerearre, bitommele.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beteuterd

bn., verlegen, onthutst, op zijn neus kijkend, inz. in beteuterd staan, kijken ; iem. beteuterd maken ; ook : besluiteloos.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beteuterd

bn., bw. (verlegen, onthutst, sip, beduusd): hij stond beteuterd te kijken.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beteuterd

(bə'teutərt) bn. en bw. door een ontroering belemmerd in de spraakorganen : hij stond te kijken. Syn. →: angstvallig.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beteuterd

bn., verlegen, onthutst, op zijn neus kijkend, m.n. in beteuterd staan te kijken.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)