betaalpas
betaalpas - Zelfstandignaamwoord 1. een plastic kaartje (pas) waarbij in een automaat betaald kan worden Woordherkomst samenstelling van betaal(werkwoord) en pas Synoniemen betaalkaart
Wiktionary (2019)
betaalpas - Zelfstandignaamwoord 1. een plastic kaartje (pas) waarbij in een automaat betaald kan worden Woordherkomst samenstelling van betaal(werkwoord) en pas Synoniemen betaalkaart
Peter Joh .M. Zuidweg (2017)
Door een bank of andere geldinstantie uitgegeven geplastificeerd kaartje waarop de naam, het rekeningnummer, het pasnummer en de handtekening van de houder staan. Onzichtbaar is er in een magneetstrip ook een pincode (persoonlijk identificatienummer) op aangebracht. Met de pas kunnen betalingen worden verricht mits er een voldoende saldo op de reke...
Muiswerk Educatief (2017)
betaalpas - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-taal-pas 1. plastic kaartje waarmee een rekeninghouder van een bank geld kan opnemen of kan betalen ♢ ik heb een betaalpas van drie verschillende banken Zelfstandig naamwoord: be-taal-pas ...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (sen), identiteitsbewijs met naam, adres, rekeningnummer en handtekening, op grond waarvan men betalingen (per cheque) kan doen en ontvangen zie betaalcheque zie eurocheque.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: