Wat is de betekenis van Besnaard?

2024-05-01
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

besnaard

besnaard - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van besnaren

2024-05-01
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Besnaard

bn. in fijn besnaard, fijngevoelig.

2024-05-01
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

besnaard

bn. (fig. gevoelig zó als een bepaling aanwijst): de fijn besnaarde dichterziel.

2024-05-01
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

besnaard

(bə'sna:rt) bn. en bw. 1. met snaren bezet. 2. gevoelig: een fijn gemoed.

2024-05-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Besnaard

bn., in fijn besnaard, fijngevoelig.

2024-05-01
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Besnaard

BESNAARD, bn. een fijn besnaarde geest, een fijngevoelende geest.