Wat is de betekenis van Besmeren?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

besmeren

besmeren - Werkwoord 1. (ov) een zachte massa op iets aanbrengen Heb je die boterhammen al besmeerd? Woordherkomst Afgeleid van smeren met het voorvoegsel be-

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Besmeren

v., bismarre, biklieme; brood met boter —, brea, bôlle fetmeitsje, fetsje, (bi)smarre, in brogge klieme.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Besmeren

(besmeerde, heeft besmeerd), 1. met een halfvaste zelfstandigheid (vet, boter, jam enz.) bestrijken. 2. bemorsen, bevuilen, bezoedelen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

besmeren

besmeerde, h. besmeerd (met vet, boter, jam enz. bestrijken of overdekken, ook: bevuilen, bemorsen): brood met stroop besmeren.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

besmeren

(bə'sme:rən) (besmeerde, heeft besmeerd) 1. met smeer bestrijken: een boterham met vet -. 2. bevuilen : vingers met inkt besmeerd.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Besmeren

(besmeerde, heeft besmeerd), 1. met een half vaste substantie (vet, boter, jam enz.) bestrijken; 2. bevuilen, bemorsen.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Besmeren

BESMEREN, (besmeerde, heeft besmeerd), met smeer of eenige andere vette of kleverige stof bestrijken; bemorsen, bevuilen, bezoedelen. BESMEERDER, m. (-s). BESMEERSTER, v. (-s). BESMERING, v. (-en).