Wat is de betekenis van Beslissing?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beslissing

beslissing - Zelfstandignaamwoord 1. het beslissen Er is een beslissing genomen. Wij kopen het huis! Woordherkomst Naamwoord van handeling van beslissen met het achtervoegsel -ing. Verwante begrippen besluit, decisie, uitspraak, resolutie, wijzing

2024-04-26
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

beslissing

In de uitdrukking: ‘een beslissing hebben’, d.w.z. als leider een keuze moeten maken tussen twee speelwijzen. Meestal betreft dit een keuze tussen twee kaarten in een kleur (bijvoorbeeld met ♠H-B-sec tegenover een paar kleintjes; dat heet dan ‘de schoppenbeslissing’).

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beslissing

beslissing - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-slis-sing 1. de keuze om iets te doen ♢ wanneer neem je een beslissing over de vakantie? Zelfstandig naamwoord: be-slis-sing de beslissing ...

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

beslissing

zie treffen.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beslissing

s., bislissing, útslach, útslútsel (it); tot eenkomen, ta in útdragene saek, ta in útdragen ein komme.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beslissing

v. (-en), 1. het beslissen, ook de inhoud van die handeling: definitieve uitspraak: een beslissing nemen; een voorstel aan de beslissing der vergadering onderwerpen; de beslissing is gevallen. 2. definitieve uitkomst: het ingrijpen der luchtmacht gaf de beslissing.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beslissing

v. beslissingen (het beslissen): morgen valt de beslissing, eindoordeel; die zaak is haar beslissing nabij, eindregeling; een beslissing nemen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beslissing

(bə’slissing) v. (-en) het beslissen : morgen valt de ; de zaak is haar nabij; de laat op zich wachten; een nemen.