beschut
beschut - Bijvoeglijk naamwoord 1. tegen ongewenste invloeden, meestal regen, beveiligd ♢ De beschutte hut bleek geen partij voor de razende storm. beschut - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van 3=1 2. gebiedenwijs van 3=1
Wiktionary (2019)
beschut - Bijvoeglijk naamwoord 1. tegen ongewenste invloeden, meestal regen, beveiligd ♢ De beschutte hut bleek geen partij voor de razende storm. beschut - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van 3=1 2. gebiedenwijs van 3=1
Muiswerk Educatief (2017)
beschut - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-schut 1. beschermd tegen wind of regen ♢ we vonden een beschut plekje achter de heuvel Bijvoeglijk naamwoord: be-schut ... is beschutter dan ... ...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., tegen koude, inz. tegen koude luchtstromen, ook tegen andere ongewenste invloeden beveiligd: een beschutte plaats; een beschut plekje opzoeken; — (econ.) beschutte bedrijven, zulke waarin door ontbreken van concurrentie afwenteling van loonsverhoging op de consumenten mogelijk is.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., tegen koude, m.n. tegen koude luchtstromen, ook tegen andere ongewenste invloeden beveiligd: een beschutte plaats; een beschut plekje opzoeken; beschutte bedrijven, die waarin door ontbreken van concurrentie afwenteling van loonsverhoging op de consumenten mogelijk is; beschutte werkplaats, zie beschuttende werkplaats.
I.M. Calisch (1864)
Beschut, vd. bn. beschermd, behoed; - tegen, - voor. *-SEL, o. (-s), borstwering, beschot. *-TEN, bw. gel. (ik beschutte, heb beschut), beschermen, behoeden. *-TER, m. (-s). *-STER, v. (-s). *-TING, v. gmv.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: