Wat is de betekenis van beschenken?

beschenken - Werkwoord 1. (ov) iemand ~ met: aan iemand een schenking doen toekomen ♢ Keizer Alexander I van Rusland beschonk hem met het grootkruis van St. Andries 2. (ov) van alcoholische drank voorzien ♢ Men beschonk mij, ik werd beschonken, en daar...

v., biskinke, bijeftigje, bijeftsje.

schenken, vereren.

(beschonk, heeft beschonken), 1. geschenken geven aan, begiftigen: beschenken met. 2. (scherts.) dronken maken.

beschonk, h. beschonken (een geschenk geven, begiftigen); fig. door de natuur met rijke gaven beschonken zijn. beschermen, beschermde, h. beschermd (1 tot scherm of schut strekken tegen het gevaar; fig. behoeden, beschutten; 2 bevorderen, door bepaalds maatregelen bevoordelen; 3 iem. [voort]helpen door zijn invloed en gezag; protegeren): 1. de onsc...

(bə'schenkən) (beschonk, heeft beschon-ken) 1. van drank voorzien : met een goede teug -. 2. ten geschenke geven aan : iemand met iets -.

BESCHENKEN, (beschonk, heeft beschonken), geschenken geven, begiftigen beschenken met; — (scherts.) dronken maken. BESCHENKING, v.

Beschenken, bn. gel. (ik beschonk, heb beschonken), geschenken geven; - met; (fig.) dronken maken. *...KING, v. gmv.