Bertruid
Germaanse naam waarvan de componenten betekenen 'schitterend, glanzend, stralend' en 'krachtig', of 'geliefd' (zie voor het eerste lid -brecht- en voor het tweede -trud). Vanouds hier in gebruik: Bartrude, Dordrecht 1284 (SRD.); Barbara = Bartruit, Nederhemert 1564.