Wat is de betekenis van beroepsmisdadiger?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

beroepsmisdadiger

iemand die leeft van misdaad. iemand die leeft van de misdaad; iemand die misdrijven pleegt als een soort van beroep. Voorbeelden: Ik vraag waarom hij in de La Santé-gevangenis zat. 'Ik ben beroepsmisdadiger,' zegt hij trots. Stan Lauryssens, Costa del Crimen, 1999

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

beroepsmisdadiger

beroepsmisdadiger - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die als belangrijkste inkomstenbron het plegen van misdaden heeft Volgens schattingen van insiders telt Nederland zo'n 1200 beroepsmisdadigers. Daarvan zitten er momenteel slechts 30 tot 35 achter de tralies Woordherkomst...

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

beroepsmisdadiger

iem. wat net v/d pleeg van misdade bestaan.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beroepsmisdadiger

m. (-s), iem. die het plegen van misdaden als het ware als een beroep beschouwt.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beroepsmisdadiger

m. beroepsmisdadigers (iem., die van het plegen van misdaden als het ware zijn beroep maakt).

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Beroepsmisdadiger

De misdadigers worden ingedeeld in gelegenheids-, gewoonte- en beroepsmisdadigers. Beroepsmisdadigers zijn zij, die doelbewust een of meerdere soorten van misdaad als beroep uitoefenen. Bijv.: heler, woekeraar, prostituée.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beroepsmisdadiger

(bə'roeps) m. (-s) hij die van het plegen van misdaden zijn beroep maakt.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)