Wat is de betekenis van Berennen?

2024-04-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Berennen

berennen; bestormen.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Berennen

(berende, heeft berend), 1. onverwacht en spoedig omsingelen, insluiten (een vesting). 2. (vero.) al rennende inhalen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

berennen

berende, h. berend (insluiten).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

berennen

(bə'rennən) (berende, heeft berend) Veroud. onverwacht en spoedig insluiten : een vesting -. Syn. insluiten, omgeven, omringen, omsingelen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Berennen

(berende, heeft berend), 1. onverwacht en snel omsingelen, insluiten (een vesting); 2. al rennende inhalen.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Berennen

BERENNEN, (berende, heeft berend), onverwacht en spoedig omsingelen, insluiten (eene vesting); al rennende inhalen. BERENNER, m. (-s). BERENNING, v. (-en), berenning van een keizerlijk leengoed, oudt. (de vorst die van den keizer land in leen ontving, moest driemaal in ren rondom des keizers zetel gaan).

2024-04-29
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Berennen

zie Insluiten.