Wat is de betekenis van benadelen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

benadelen

benadelen - Werkwoord 1. (ov) iemand of iets nadeel toebrengen, iemand of iets schade toebrengen De moeder wilde niemand benadelen, dus gaf zij iedereen een gelijk aantal snoepjes. Woordherkomst afleiding van nadeel (zelfstandig naamwoord) met het voorvoegsel be- en met het...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

benadelen

benadelen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-na-de-len 1. nadeel bezorgen ♢ hij voelde zich benadeeld toen hij niets van oma kreeg Regelmatig werkwoord: be-na-de-len ik benadeel jij/u...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Benadelen

v., bineidiel(j)e, birûgelje, knoeije, (bi)gnobje; iem. —, immen in gat (troch de noas) boarje; op oneerlijke wijze —, ûnderwjudde -wrotte; zijn gezondheid —, jinsels knoeije.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Benadelen

(benadeelde, heeft benadeeld), iem. benadelen, schade, nadeel toebrengen: iemands toekomst benadelen; zijn gezondheid benadelen; —tekortdoen; — iem. in zijn eer benadelen, hem belasteren.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

benadelen

benadeelde, h. benadeeld (schade berokkenen, nadeel toebrengen): iem. in zijn zaken benadelen, in zijn eer benadelen; dat zal uw gezondheid benadelen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

benadelen

(bə'na:de:lən) (benadeelde, heeft benadeeld) nadeel doen ondervinden : iemand in zijn goederen, in zijn eer, in zijn gezondheid -. Tgst. bevoordelen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)