benadelen
benadelen - Werkwoord 1. (ov) iemand of iets nadeel toebrengen, iemand of iets schade toebrengen ♢ De moeder wilde niemand benadelen, dus gaf zij iedereen een gelijk aantal snoepjes. Woordherkomst afleiding van nadeel (zelfstandig naamwoord) met het voorvoegsel be- en met het...