Wiktionary (2019)
beluisteren - Werkwoord 1. (ov) aandachtig naar iets luisteren om iets goed te kunnen begrijpen en aanvoelen ♢ De opnames werden beluisterd om bewijsmateriaal te vinden. ♢ Ik beluister enige woede in je stem. Woordherkomst Afgeleid van luis...
Muiswerk Educatief (2017)
beluisteren - regelmatig werkwoord uitspraak: be-luis-te-ren 1. iets waarnemen met je oren ♢ ik beluisterde toch een teleurstelling bij hem Regelmatig werkwoord: be-luis-te-ren ik beluister ...
Van Dale Uitgevers (1950)
(beluisterde, heeft beluisterd), 1. afluisteren: de vijand beluisteren. 2. luisteren naar: een uitzending, een concert beluisteren; — iemands borst beluisteren, luisterende onderzoeken.
M. J. Koenen's (1937)
beluisterde, h. beluisterd (afluisteren, wat gezegd wordt, dikwijls met minder goede bedoeling): iemand beluisteren.
Jozef Verschueren (1930)
(beluisterde, heeft beluisterd) 1. er naar luisteren : de radio -. 2. een persoon afluisteren. Syn. → afhoren. 3. luisterend onderzoeken : iemands borst -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(beluisterde, heeft beluisterd), 1. afluisteren: de vijand beluisteren; 2. luisteren naar: een concert beluisteren; iemands borst beluisteren, luisterende onderzoeken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
