Wat is de betekenis van Belekken?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Belekken

(belekte, heeft belekt), 1. lekkende bevochtigen. 2. belikken.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Belekken

BELEKKEN, (belekte, heeft belekt), (gew. en dicht.) lekkende bevochtigen; belikken.

2024-04-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Belekken

Belekken, bw. gel. (ik belekte, heb belekt), lekkende bevochtigen. *...LEMMEREN, bw. gel. (ik belemmerde, heb belemmerd), verhinderen; versperren; verzwaren; den weg -; zijne spraak is belem- merd.@# *...LEMMERING, v. (-en), verhindering; verzwaring. *...LEMMERAAR, m. (-s). -STER, v. (-s).

Gerelateerde zoekopdrachten