Wat is de betekenis van belegstuk?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

belegstuk

belegstuk - Zelfstandignaamwoord 1. (kleding) versterkingsstuk in kleding Woordherkomst samenstelling van beleg(werkwoord) en stuk

2024-04-20
Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Belegstuk

‘Een afrekening met bijhorende belegstukken.' (Jansonius) Dit is een niet zeer gebruikelijk germanisme (D. 'Beleg(stück)’) voor ‘bewijsstuk’. De meeste woordenboeken hebben het niet eens opgenomen.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Belegstuk

s.n., bilech(stik) (it).

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Belegstuk

o. (-ken), 1. (timm.) smalle plank dienende tot dekking van een naad; ook tot dekking der kokers van raamgewichten. 2. (bij naaiwerk) stuk waarmee sommige delen van een kledingstuk ter versterking belegd worden. — [Als rechtsterm voor bewijsstuk is het een grof germ.].

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

belegstuk

o. belegstukken (kleding: oplegstuk of onderlaag tot versterking).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

belegstuk

o. (-ken) stuk waarmede men iets ter versiering of versterking belegt.

2024-04-20
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Belegstuk

Belegstuk - smalle plank, dienende tot de platte betimmering van een kozijn of dergelijk onderdeel van een bouwwerk. Inzonderheid het platstuk, dat op de binnenzijde van een schuifraamkozijn wordt getimmerd ter afdekking van de kokergaten* en tot het vormen van de schuifsponning voor het raam.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Belegstuk

BELEGSTUK, o. (-ken), (timm.) smalle plank dienende tot dekking van een naad; ook dienende tot dekking der kokers van raamgewichten; — (bij naaiwerk) stuk waarmee sommige deelen van een kleedingstuk ter versterking belegd worden.