belam
(1903) (Barg.) uitroep om iets te bekrachtigen: zeker, inderdaad. • Bulletje het 't zelf gehoord, belam as 't nie waar is. (M.J. Brusse: Boefje. 1903) • Ja, belam, zoon knul, die de gevangenis uitklimt, zoo sjakies dat 'ie geen een wat van merkt, meteen 's nachs wéér inbreekt... (De Sumatra Post, 16/01/1905) • 'k Had...