Wat is de betekenis van Beknijpen?

beknijpen - Werkwoord 1. (ov) aan knijpen onderwerpen ♢ De veearts bekneep de hoef van het paard om te zien of er sprake was van gevoeligheid. 2. (rcpq) (scheepvaart) een proces waarbij het ene touw het andere doet vast zetten ♢ Dit is voor stengen met achtkantige h...

Beknijpen - iemand beknijpen: op zijn loon beknibbelen.

Beknijpen - het zodanig beleggen of bevestigen van een tros of lijn dat hij zichzelf zal vastklemmen wanneer er kracht op wordt uitgeoefend. Alle steken berusten erop dat het touwwerk zichzelf beknijpt.

(bekneep, heeft beknepen), 1. knijpend betasten; 2. beknellen; — (zeew.) een knoop of steek beknijpt, als die door het trekken aan het touw niet los schiet, maar vaster inéénwerkt; 3. (gew.) iem. beknijpen, beknibbelen.

(bə'knijpən) (bekneep, beknepen; heeft beknepen) 1. knijpend omvatten. 2. benauwen : in angst beknepen.

BEKNIJPEN, (bekneep, heeft beknepen), knijpend omvatten; — (zeew.) een knoop of steek beknijpt, als die door het trekken aan het touw niet los schiet, maar vaster inéén werkt; — iem. beknijpen, hem zijn loon beknibbelen. BEKNIJPING, v.

b.w. - Een end touw beklemmen tot dat het op een klamp belegd is: twee touwen, b. v. de stuurrepen, op elkander binden.