Wat is de betekenis van beits?

v. (-en), 1. waterige kleurstof om hout te kleuren, die voor een gedeelte in de houtvezels trekt; bij uitbr. ook voor derg. kleurstoffen voor leder en metaal ; 2. middel om verfstoffen die niet zelf op weefsels pakken vast te leggen.

beits - Zelfstandignaamwoord 1. een houtbeschermingsproduct dat gedeeltelijk in het hout doordringt (verf blijft buiten het hout) ♢ Beits kan op verschillende manieren opgebracht worden: met de kwast, de verfspuit, een spons, een doek, enz. beits - Werkwoord 1. eerste persoon...

beits - zelfstandig naamwoord 1. vloeibare, doorzichtige kleurstof voor hout ♢ met beits is de houten vloer donkerbruin gemaakt Zelfstandig naamwoord: beits de beits de beitsen

beits, beitsen

[v. Du. Beize, van beizen = bijten; erg.: doen bijten] naam voor bijtende middelen gebruikt bij het beitsen.

verfsoort

beits - Een oplossing of dispersie van een kleurstof in een medium waardoor het materiaal zoals hout kan binnendringen, maar geen beschermend laagje kan vormen; ook een reagens die in de microscopie wordt gebruikt om minuscule structuren zichtbaar te maken.

oplossing van zouten of zuren om hout, metaal, weefsels enz. te conserveren, geschikt te maken voor verdere bewerking ofte kleuren.

kleurstof wat gedeeltelik in die houtvesel intrek; gebeits, hout bewerk met ‘n kleurmiddel.