behoeden
behoeden - Werkwoord 1. (ov) iemand ~ voor voor een gevaar beschermen ♢ Dat behoedde de economie voor een ineenstorting. ♢ God zal je behoeden, wenste de vader zijn dochter toe toen ze op kamers ging wonen. 2. (refl) zich ~ voor zorge...
Wiktionary (2019)
behoeden - Werkwoord 1. (ov) iemand ~ voor voor een gevaar beschermen ♢ Dat behoedde de economie voor een ineenstorting. ♢ God zal je behoeden, wenste de vader zijn dochter toe toen ze op kamers ging wonen. 2. (refl) zich ~ voor zorge...
Muiswerk Educatief (2017)
behoeden - regelmatig werkwoord uitspraak: be-hoe-den 1. ervoor zorgen dat iets niet gebeurt ♢ hij behoedde het kind voor een ongeluk Regelmatig werkwoord: be-hoe-den ik behoed jij/u beh...
Van Dale Uitgevers (1950)
(behoedde, heeft behoed), in zijn hoede nemen, waken over, zorgen voor: God behoede onze kinderen; — iem. voor iets of voor iem. behoeden, zorgen dat hij er niet mee in aanraking komt, dat hij er niets van te duchten heeft; beschermen.
M. J. Koenen's (1937)
behoedde, h. behoed (waken over, zorgen voor, beschermen, bewaken): God moge u behoeden; behoeden voor.
Jozef Verschueren (1930)
(behoedde, heeft behoed) zorgen voor iemand als gevaar dreigt : iemand voor ongelukken -; God behoede hem. Syn. beschermen, beschutten, beveiligen, bewaren, vrijwaren. behoeder m. (—s).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(behoedde, heeft behoed), zorgenvoor: iemand voor iets behoeden, zorgen dat hij er niet mee in aanraking komt, dat hij er niets van te duchten heeft; beschermen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: