Wat is de betekenis van behendigheid?

2024-10-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

behendigheid

behendigheid - Zelfstandignaamwoord 1. de mate waarin men fysiek zijn lichaam weet te coördineren Woordherkomst Afgeleid van behendig met het achtervoegsel -heid

2024-10-14
Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

BEHENDIGHEID

handvaardigheid. Talrijke beroepen, zoals machineschrijven, borduren, monteren, pianospelen, enz. vereisen een vingervlugheid, souplesse en precisie, waarover niet iedereen beschikt. Alvorens een vak te kiezen is het van belang nauwkeurig te weten hoe het staat met de handvaardigheid. Dit met behulp van series→tests vaststellen, is éen...

2024-10-14
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Behendigheid

s., linigens, hânsumens.

2024-10-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Behendigheid

v., 1. bedrevenheid, vaardigheid: zijn behendigheid in het schermen; met behendigheid iets doen; 2. (...heden), behendige daad.

2024-10-14
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

behendigheid

v. behendigheden (bedrevenheid, vlugheid; behendige daad).

2024-10-14
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

behendigheid

v. (...heden) 1. Eig. het behendig zijn. 2. Metn. behendige daad.

2024-10-14
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Behendigheid

v., 1. bedrevenheid, vaardigheid; 2. (-heden), behendige daad.