Wat is de betekenis van behalen?

behalen - Werkwoord 1. (ov) een diploma of certificaat verwerven ♢ Nadat hij zijn zwemdiploma had behaald mocht hij in het diepe bad zwemmen. Woordherkomst Afgeleid van halen met het voorvoegsel be-

behalen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-ha-len 1. erin slagen het te bereiken ♢ hij heeft mooie cijfers behaald Regelmatig werkwoord: be-ha-len ik behaal jij/u behaalt ...

v., bihelje; (voordeel), bispinne, opjeije; (voordeel of schade) — met boerderij, bibuorkje.

...

(behaalde, heeft behaald), 1. door inspanning verkrijgen: de prijs, de overwinning, buit behalen: een hoog cijfer, rangnummer, veel punten behalen; daar is geen eer aan te behalen, de inspanning wordt niet beloond; 2. (w. g.) betrekken (in een zaak).

behaalde, h. behaald (met inspanning verwerven): roem, lof behalen; een prijs, de prijs behalen: buit behalen; een overwinning behalen; daar is geen eer mee te behalen, mede in te leggen.

(behaalde, heeft behaald) door inspanning verkrijgen : een prijs, een hoog cijfer, een rangnummer, veel punten -. →: eer. Syn. bekomen, erlangen, verkrijgen, verwerven. behaling v. (-en).

(behaalde, heeft behaald), door inspanning, door een prestatie verwerven: de overwinning behalen; een hoog cijfer behalen ; daar is geen eer aan te behalen, de inspanning wordt niet beloond.

...