Wat is de betekenis van begaafd?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

begaafd

begaafd - Bijvoeglijk naamwoord 1. met veel talent, talentvol, getalenteerd De begaafde jongen had alweer een tien gescoord. Synoniemen talentvol Antoniemen onbegaafd

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

begaafd

begaafd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-gaafd 1. met aanleg voor iets ♢ hij is een begaafd pianist Bijvoeglijk naamwoord: be-gaafd ... is begaafder dan ... het begaafdst ...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Begaafd

bn. (-er, -st), 1. bedeeld, toegerust met: het was een man, met alle deugden begaafd: 2. een aangeboren bekwaamheid of bekwaamheden bezittend, talentvol: een begaafd zanger, redenaar, dichter: — met goede verstandelijke aanleg, knap: een begaafd jongmens.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

begaafd

bn. (1 bedeeld, begiftigd [inz. met iets onstoffelijks, met geestesgaven], 2 talentvol): 1. met rede en verstand begaafd; 2. een zeer begaafd dichter, spreker.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

begaafd

(bə’ga:ft) bn. en bw. (-er, -st) 1. bedeeld met: met geest -. 2. met rijke natuurlijke aanleg : een schrijver. Syn. bekwaam, geniaal, talentrijk, talentvol, vernuftig. Tgst. →: dom.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Begaafd

bn. (-er, -st), 1. bedeeld, toegerust met: het was een man, met alle rede en verstand begaafd; 2. een aangeboren bekwaamheid of zulke bekwaamheden bezittend, talentvol: een begaafd zanger, redenaar, dichter; met goede verstandelijke aanleg, knap: een begaafd kind.

2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)