Wat is de betekenis van beetnemen?

beetnemen - Werkwoord 1. (ov) vastpakken, in de handen nemen ♢ Hij nam zijn tegenstander beet, wierp hem tegen de grond en gaf hem een flinke afstraffing. 2. (ov) iemand een loer draaien, het slachtoffer van een streek maken ♢ De leerlingen hadden hun leraar...

beetnemen - onregelmatig werkwoord uitspraak: beet-ne-men 1. iets anders doen dan men van je verwacht ♢ hij heeft zich laten beetnemen door dat meisje Onregelmatig werkwoord: beet-ne-men ik neem beet (... ik beetn...

v., by it fuotsje, poatsje nimme, yn ’e feiling nimme, yn ’t fet sette, yn ’e pet lûke, der ûnder troch helje, to fiter nimme, foar de kroade hawwe, ride, foar ’t soaltsje hawwe, forrifelje.

...

(nam beet, heeft beetgenomen), 1. beetpakken, grijpen; 2. (fig.) bij de neus nemen, bedriegen, bedotten: afzetten.

nam beet, h. beetgenomen (eig. grijpen, inz. fig. bedotten, misleiden): den leraar beetnemen; jij hebt je laten beetnemen.

(nam beet, heeft beetgenomen) in dwaling brengen om er voordeel van te trekken : iemand -. Syn. →: bedotten.

(nam beet, heeft beetgenomen), 1. beetpakken, grijpen; 2. (fig.) bij de neus nemen, bedriegen, bedotten; afzetten.

...