Wat is de betekenis van Beenkap?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beenkap

v. (-pen), leren of wasdoeken bekleding van het onderbeen (al of niet over de broek), niet aan de schoen vast; losse laarzeschacht.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beenkap

v. beenkappen (lederen of wasdoeken onderbeenbedekking, die niet aan de schoen vastzit); ook: beenstuk, o. beenstukken.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beenkap

v. (-pen) kap, onderbeenbedekking die niet aan de schoen vastzit.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beenkap

v./m. (-pen), leren of wasdoeken bekleding van het onderbeen (al of niet over de broek), niet aan de schoen vast; losse laarzeschacht.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)