Wat is de betekenis van Bedrillen?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedrillen

(bedrilde, heeft bedrild), 1. (w. g.) beschikken, besturen: zij wil alles zelf bedrillen, naar haar eigen zin inrichten; 2. iem. bedrillen, ringeloren, de wet voorschrijven.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bedrillen

(bedrilde, heeft bedrild) naar eigen zin regelen : hij wil alles zelf -.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bedrillen

BEDRILLEN, (bedrilde, heeft bedrild), (w. g.) zij wil alles zelf bedrillen, beschikken, besturen, naar haar eigen zin inrichten; — iem. bedrillen, hem de wet voorschrijven. BEDRILLING, v.

2024-04-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Bedrillen

Bedrillen, bw. gel. (ik bedrilde, heb bedrild), doen dreunen; (fig. beschikken. *...DRILAL, m. en v. zie BEDRIJFAL. *...DRILLER, m. (-s). *...DRILSTER, v. (-s). *...DRILLING, v. gmv. het bedrillen. *...DRINKEN, bw. ong. (ik bedronk, heb bedronken), dronken maken. ZICH -, ww. zich dronken drinken.

Gerelateerde zoekopdrachten