Wat is de betekenis van Bedriegelijk?

2024-04-27
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Bedriegelijk

zie Arglistig.

2024-04-27
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Bedriegelijk

Bedriegelijk, bn. en bijw. bedriegend, misleidend. *-HEID, v. gmv. *...DRIEGEN, bw. ong. (ik bedroog, heb bedrogen); schijn bedriegt. ZICH -, ww. zich vergissen; zich zelven -, opzettelijk dwalen; zich de zaken anders voorstellen dan zij zijn. *...DRIEGER, m. (-s). *...DRIEGSTER, v. (-s). *...DRIEGERIJ, v. (-en), bedrog.

Gerelateerde zoekopdrachten