Wat is de betekenis van Bedaagd?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedaagd

bn. (-er, meest bedaagd), niet jong meer, van rijpe leeftijd of zelfs oud, maar minder sterk dan bejaard.

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bedaagd

adj., bidage, bijierre, op jierren.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bedaagd

bn. (niet jong meer, minder sterk dan bejaard): een bedaagde keukenmeid.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bedaagd

(bə’da:cht) bn. (-er, -st) hoog van dagen, oud: een -e weduwe. Syn. → afgeleefd. bedaagdheid v.

2025-07-16
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

bedaagd

bedaagd bn. 'op leeftijd' categorie: geleed woord Mnl. bedaechde ... luden 'oudere en verstandige mannen' [1480; MNW-P]; vnnl. een out bedaecht man 'een oude, verstandige man' [1516; MNW-P], Ende si waren beyde Abraham ende Sara out ende wel bedaecht [1526; WNT zij I]; bedaechde lieden 'volwassenen...

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bedaagd

BEDAAGD, bn. (-er, meest bedaagd), niet jong meer, oud, (minder sterk dan) bejaard. BEDAAGDHEID, v.

2025-07-16
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Bedaagd

zie Afgeleefd.

2025-07-16
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Bedaagd

Bedaagd, bn. oud, bejaard. *-HEID, v. gmv.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)