Wat is de betekenis van bear?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bear

(2000+) (< Am.-Eng.) (homotaal) behaarde, dikke homo. Zie beer*. • Behaarde, dikke mannen die er sportief uitzien, zijn heel populair in de gay scene. ‘Bears’ noemen we die. (Eric Kollen: Tinkelbells uit Amsterdam. 2016) • Ik heb het altijd merkwaardig gevonden hoe al die homo's, leatherboys, bears, transseksuelen en she-g...

2024-04-28
Blockchain woordenboek

Redactie Ensie (2021)

Bear

bear is een cryptobelegger met een negatief sentiment, die verwacht dat de koersen zullen dalen.

2024-04-28
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

bear

bear - Engelse term voor iemand die denkt dat de koersen van bijvoorbeeld de aandelenmarkt gaan dalen en daarom aandelen verkoopt om ze later tegen een lagere koers te kunnen terugkopen. Ook wel baissier genoemd.

2024-04-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Bear

I 1 beer; fig bullebak; 2 baissier; II a la baisse speculeren; III doen dalen.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

bear

(Eng.) m. beer; iemand die à la baisse speculeert.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

bear

bear - m., (handelsterm) iemand dieàa la baisse (op daling de reffecten) speculeert.

2024-04-28
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Bear

Bear - engelsche benaming voor „Baissier”, contremineur.

2024-04-28
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Bear

m. Eng. (lett. beer), speculant à la baisse (contramineur).