Wat is de betekenis van Beach?

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

beach

(zelfstandig naamwoord) [alg.] zie: woordenboek E-N

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Beach

I strand, oever; II op het strand zetten, drijven of trekken.

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Beach

Beach (Michael Hicks), als pair Lord St.-Aldwyn, Eng. staatsman, geb. 1837, werd parlementslid in 1864, vier jaren later onder Disraeli secretaris voor het armwezen, in 1874 onder denzelfde secretaris voor Ierland en in ’78 minister van koloniën (tot ’80), terwijl hij in de ministeries-Salisbury optrad als kanselier van de schatkist; hij overleed i...