Wat is de betekenis van Bastonneren?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bastonneren

(17e eeuw) (mil., euf.) stokslagen geven; afranselen. • bastonneren, met stokken slaan. (Adriaan Koerbagh: Een bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet. 1668) • … maar de Baron, die wel wist, dat hy met een schelm te doen had, antwoorde hem, dat hy, nog zyn Vrouw niet een voet van zyn Slot zetten zouden, voor hy betaalt...

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bastonneren

1 schermen met stokken; 2 afranselen met een stok, de bastonnade geven.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bastonneren

met stokken exerceren (mil.); stokslagen geven

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Bastonneren

afranselen, stokslagen geven.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bastonneren

(bastonneerde, heeft gebastonneerd), 1. met stokken exerceren, schermen; 2. afranselen met een stok, de bastonnade geven.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

bastonneren

stokslagen geven, afranselen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bastonneren

('ne:rən) (bastonneerde, heeft gebastonneerd) met een stok werken nl. 1. met een stok afranselen. 2. met stokken exerceren, schermen.

Gerelateerde zoekopdrachten