Wat is de betekenis van Bastaarduitgang?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bastaarduitgang

m. (-en), aan andere talen ontleend achtervoegsel achter Nederlandse woorden: -ment, -teit, -age, -ier, -elen, -eren in dreigement, flauwiteit, tuigage, tuinier, houweel, waarderen, voeteren zijn bastaarduitgangen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bastaarduitgang

m. bastaarduitgangen (achtervoegsel, aan een vreemde taal ontleend): b.v. -ier, -age, -es.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bastaarduitgang

> Bastaardachtervoegsel.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bastaarduitgang

m. (-en), aan andere talen ontleend achtervoegsel achter Ned. woorden: -ment, -teit, -age, -ier, -elen, -eren in dreigement, flauwiteit, tuigage, tuinier, houweel, waarderen, zijn bastaarduitgangen.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bastaarduitgang

BASTAARDUITGANG, m. (-en), een vooral in andere talen gebruikelijk achtervoegsel achter Nederlandsche woorden: -went -teit, -age, -ier, -eelen, -eer en in dreigement, flauwiteit, tuigage, tuinier, houweel, waardeeren, voeteeren zijn bastaarduitgangen.