Wat is de betekenis van bassist?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bassist

Het begrip bassist heeft 2 verschillende betekenissen: 1) contrabassist. iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij contrabas speelt, vooral in een jazzformatie; contrabassist. 2) basgitarist. iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij basgitaar speelt, vooral in een popband; basgitarist.

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bassist

bassist - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek), (beroep) iemand die contrabas speelt 2. (muziek), (beroep) baszanger Woordherkomst afgeleid van bas met het achtervoegsel -ist Antoniemen [1] violist [2] countertenor, falset Verwante begrippen [1] altviolist, cellist, violist, [2] alt, bariton, tenor

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bassist

bassist - zelfstandig naamwoord uitspraak: bas-sist 1. iemand die een basgitaar of contrabas bespeelt ♢ er zijn in dit orkest drie bassisten met een contrabas Zelfstandig naamwoord: bas-sist de bassist ...

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bassist

basspeler of -zanger

2024-04-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bassist

baszanger, bas; basspeler.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bassist

m. (-en), iem. die de bas zingt of speelt.

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

bassist

m. contrabasspeler.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bassist

m. bassisten (Fr. baszanger, basspeler).