Wat is de betekenis van Bankwet?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bankwet

v. (-ten), wet waarbij de inrichting van een of meer banken wordt geregeld inz. van circulatiebanken.

2024-04-28
Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Bankwet

zie: Circulatiebank Ned. Bank.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bankwet

v. bankwetten (wet, waarbij de inrichting en de wijze van werken ener bank, inz. der Ned. bank, zijn vastgesteld).

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bankwet

Bankwet - wet, waarin het bankwezen is geregeld. Te onzent beperkt die regeling zich tot de circulatiebanken. Onze eerste bankwet is van 1863. Zij werd telkens bij het afloopen van het octrooi van de Nederlandsche Bank gewijzigd. Verder zie Nederlandsche Bank.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bankwet

(’bank) v. (-ten) wet over de inrichting en de werkwijze van een geldbank.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bankwet

v./m. (-ten), wet die de organisatie en/of de werkwijze van banken regelt. De Ned. wet van 23.4.1948 Stb. 166, het laatst gewijzigd bij de wet van 9.12.1965 Stb. 566, regelt de werkzaamheden en samenstelling van het bestuur van de Ned. Bank NV alsmede de verhouding tussen overheid en centrale bank, die in feite na de naasting van de aandelen bij de...

2024-04-28
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Bankwet

Bankwet - de wet, waarbij de voorwaarden zijn omschreven en vastgesteld, waaronder de banken en in ’t bijzonder de circulatiebanken, in het land, waar die wet van toepassing is, bestaan en waardoor dat bestaan, haar werkkring, haar rechten en haar verplichtingen beheerscht worden. De bankwet is in de plaats getreden van het bank-octrooi of -privile...

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BANKWET

v. (-ten), wet waarbij de inrichting , van eene of meer banken wordt geregeld, inz. de overeenkomst tusschen den Staat en de Nederlandsche Bank; ...WEZEN, o. alles wat tot de inrichting en den werkkring der banken behoort; ...ZAAK, v. (...zaken), zaken die men bij eene bank doet.

Gerelateerde zoekopdrachten