balsemien
(zn) springzaad (plantnaam) LC.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-n), ook BALSAMIKE, v. (-n), 1. plantenfamilie, waarvan enkele soorten in ons land zeer bekend zijn, inz. de tuinbalsemien (Impaticns balsamina) ; 2. (Zuidn.) (scherts.) knappe vrijster of vrijer; (ook) het meest geliefde kind.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Balsemien - Impaticns (Lat., = ongeduldig) balsamin a, een Indische balsemienachtige, wordt in verschillende variëteiten (hooge-, dwerg-, rozen-, camelia- en anjerbalsemiencn) en kleuren als tuinplant gekweekt. Tegenwoordig nog dient deze soort in Indië evenals vroeger in Italië als geneesmiddel bij verwondingen. Voor b. als kamerplant, zie Sultanb...
Jozef Verschueren (1930)
(balsd'mi:n) v. (-en) eenjarige zaaiplant met vuilroze of rode, onaangenaam riekende bloemen, voor heestergroepen in onze tuinen gebruikt (Impatiens balsamina).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), Impatiens balsamina, een plantesoort, behorend tot het geslacht Impatiens (familie Balsaminaceae).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: