Wat is de betekenis van Balsemien?

2024-04-29
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

balsemien

(zn) springzaad (plantnaam) LC.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Balsemien

(baisamien) plantengeslacht; Vlijtig Liesje

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Balsemien

s., balsemyn, belsemyn.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Balsemien

v. (-n), ook BALSAMIKE, v. (-n), 1. plantenfamilie, waarvan enkele soorten in ons land zeer bekend zijn, inz. de tuinbalsemien (Impaticns balsamina) ; 2. (Zuidn.) (scherts.) knappe vrijster of vrijer; (ook) het meest geliefde kind.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Balsemien

Balsemien - Impaticns (Lat., = ongeduldig) balsamin a, een Indische balsemienachtige, wordt in verschillende variëteiten (hooge-, dwerg-, rozen-, camelia- en anjerbalsemiencn) en kleuren als tuinplant gekweekt. Tegenwoordig nog dient deze soort in Indië evenals vroeger in Italië als geneesmiddel bij verwondingen. Voor b. als kamerplant, zie Sultanb...

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

balsemien

(balsd'mi:n) v. (-en) eenjarige zaaiplant met vuilroze of rode, onaangenaam riekende bloemen, voor heestergroepen in onze tuinen gebruikt (Impatiens balsamina).

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Balsemien

v./m. (-en), Impatiens balsamina, een plantesoort, behorend tot het geslacht Impatiens (familie Balsaminaceae).

2024-04-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Balsemien

Balsemien - zie IMPATIENS.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)